De baby moet zich bij het uitpersen ook draaien en ondervindt daarbij weerstand van het bekken en de bekkenbodemspieren van de moeder. De schedel van de baby is daar gelukkig op berekend door de twee fontanellen en door het feit dat de verschillende botstukjes van de schedel over elkaar kunnen glijden. Deze vervormingen van het hoofdje verdwijnen meestal op een natuurlijke manier. Als de inwerkende krachten of weerstand echter heel groot geweest zijn of als er veel hulpmiddelen (bv. zuignap) aan te pas zijn gekomen, kan het zijn dat de schedelbotstukjes niet vanzelf op hun plaats terugkomen. Ook de houding in de baarmoeder kan hiervoor verantwoordelijk zijn. Baby’tjes die met een keizersnede geboren zijn hebben zelfs meer kans tot het ontwikkelen van een blokkade van de schedelbotstukjes na wekenlange duwbewegingen in de richting van een opening waar ze nooit door kunnen geraken. Het hoofd en de wervelkolom zijn echter niet de enige lichaamsdelen die onderzocht worden. Net zoals bij volwassenen wordt zowel het bewegingsapparaat, de inwendige organen en het cranio-sacraal systeem onderzocht en behandeld. Een osteopathisch onderzoek bij baby’s bestaat uit zachte technieken en is volkomen pijnloos.
Enkele veel voorkomende indicaties zijn:
- Excessief huilen (“huilbaby”)
- Reflux en/of verborgen reflux
- Darmkrampjes
- Te harde of te vloeibare ontlasting
- Voorkeursligging
- Veelvuldig overstrekken
- Vervorming/afplatting van de schedel
- KISS-syndroom
De lijst met indicaties is verre van volledig. Het indicatieveld van de osteopathie is zo breed, dat het opnoemen van alle indicaties onmogelijk is. Voor meer informatie kunt u ons altijd bellen of mailen.